Gastdocent

Het is nog maar even geleden. Ik slof hier met mijn tas vol syllabi over de gangen. Trek een geel-blauwe stoel in de kantine van tafel en schuif aan voor een broodje kroket. Destijds nog een exotische explosie op mijn Duitse tong.

Achter de hoge witte deuren met blauwe handvatten zit ik tussen de bankjes te luisteren naar de docent Engels die mij een Brits correct ‘Winnieh the Pouuuuuuuuh’ probeert te ontlokken.

Ik heb het over 1998, het jaar waarin ik aan mijn studie in Groningen begon.

Nu ben ik dus al veertien jaar ouder en dat feit – plus dat er in al die tijd toch wel iets van mij geworden is, en ik, gelukkig, een eigen vakgebied – camjo – heb weten te beheersen en veroveren – leidt tot een uitnodiging als gastdocent bij de afdeling journalistiek.

In 2011 deed ik het al een keer en nu mocht ik terugkomen. Een goed teken.

Zo voor de klas voel ik me abrupt weer één met de studenten. ‘Ja radio vind ik heel leuk. Maar televisie trekt me ook wel. Nee, ik weet nog niet zeker wat ik wil doen. Regionale televisie? Mwoahhh….ik kijk wel even.’

Ik had ook nog geen idee. Ik had nog niks gezien van omroepland, en ik wist niet waar mij deze opleiding naar toe zou brengen. Op welke halte ik uit zou stappen.

Want net – kort geleden – zat ik toch ook gewoon in die bankjes te luisteren naar de Hilversumse gastdocenten. Iedere les even fascinerend. Ieder voorbeeldje, iedere reportage opende weer tientallen nieuwe mogelijkheden en wegen.

De aantekeningen staan nota bene nog boven in de kast.

Deze keer moet ik in de pauze vragen naar de kolfkamer, en een koelkast – het bewijs dat ik deze generatie definitief achter me heb gelaten. Dat ik niet meer op het bankje zit, maar voor de klas sta.

Nog even en ze zeggen ‘mevrouw’ tegen me. (Maar gelukkig bleef me dat bespaard.)

Heen en weer

Een week geleden stapten we uit de trein vanuit Duitsland.

Binnen nanoseconden was ik niet alleen weer op Nederlandse bodem, maar dacht ik ook onmiddellijk aan morgen. Mijn werk, de oppas, de broodjes die ik ga smeren. Ik keek op teletekst of er nog interessante dingen zijn gebeurd terwijl we weg waren (nö) en programmeerde mijn brein weer op mijn oude gewone omgeving.

Maar ook die andere wereld, waar ik net vandaan kom, is heel gewoon en vertrouwd. Als ik daar zit, is Nederland mijlenver weg. En denk ik geen moment aan ons huis, onze buren of de televisieprogramma’s die we zouden kunnen missen.

Hoe kan het dan toch dat we Berlijn binnen enkele minuten weer zijn vergeten zodra we terug zijn?

Het is een wonderlijke switch die we tussen beide landen moeiteloos maken. Alleen tijdens grote voetbalwedstrijden zijn beide naties in mijn hoofd verenigd, krijgt de één op dinsdag aandacht, en de ander op woensdag.

Zoon Max begint nu ook enigszins onderscheid te maken tussen zijn twee gedaantes. Als hij rood-wit-blauw ziet, roept hij ‘Nederland’! En hij snapt inmiddels heel goed dat Oma in Berlijn echt alleen maar mama’s taal kan verstaan. En dus zegt hij “Kijk…”, denkt even na en herhaalt dan “Guck, Oma!”

Gisteren daagden we hem uit en vroegen: “In welk land wonen wij?”

“Thuis”, antwoordde Max.

Dakloos in Berlijn

Het is vijftien graden onder nul en ik sta met mijn camera bij de
Bahnhofsmission am Zoo. Een luikje gaat open en dan halen de daklozen een pakketje boterhammen op, een banaan en warme thee of koffie.

Veel meer hulp krijgen ze hier niet, dus om een slaapplek te
veroveren, zullen ze verder door de stad moeten trekken. Binnen spreek ik met de vrijwilligers en vraag of er iemand is die ik op weg naar een Notunterkunft kan begeleiden. En filmen.

Hij weet meteen iemand. “Aber die kann ich Ihnen eigentlich nicht zumuten.” (Met haar kan ik je eigenlijk niet opzadelen). Toch ga ik met haar praten.

Annette komt uit Nürnberg en is duidelijk in de war. Maar wel aardig en dus loop ik met haar mee. Na vijf minuten wordt duidelijk dat ik degene ben die haar op sleeptouw neemt in plaats van andersom. Ze wil haar tas geen meter meer dragen en als ik niet mee was, zou ze al lang
in de verkeerde trein zijn gestapt.

Ik probeer met één hand mooie opnames te maken, wat enigszins belemmerd wordt door de cameratas en het statief op mijn rug, en Annettes tas in mijn linker hand.

Als we goed op weg zijn, haakt vanuit het niets een Roemeense dakloze meneer aan, die geen Engels spreekt. “Bonita bonita” roept ie de hele tijd. En hij pakt zijn fiets en zet daar als vanzelfsprekend de tas van Annette op. Hij weet ook zonder woorden waar we naar toe moeten en loopt net zo lang mee tot we bij de blauwe deur met de noodslaapplekken zijn aangekomen.

Voor mannen is hier vanavond geen plek meer, maar als vrouw heeft Annette mazzel. Ze kan hier blijven en is inmiddels zo uitgeput dat ze niet meer met mij wil praten.

Het is 0 uur. Ik heb een reportage op zak en neem een taxi naar huis. De omroep betaalt. Waar Annette vanavond slaapt – geen idee.

Studie Duits erg populair in Utrecht

Aan de universiteit Utrecht kiezen steeds meer studenten voor Duits. Vorige week werd in de media nog een somber beeld geschetst, omdat de Vrije Universiteit Amsterdam gaat stoppen met die studie.

Maar in de Domstad zijn het voor de zoveelste keer op rij méér aanmeldingen dan in het voorgaande jaar. En die lijn is stijgend. Aber warum?

Verslaggever Ulrike Nagel zocht het uit.

Toch geen WK-scherm in centrum Utrecht

De soap rond de WK-schermen in Utrecht heeft een nieuwe wending gekregen. Het kijken op een groot scherm op het Stadhuisplein in Utrecht is op het laatste moment afgeblazen.

Van de gemeente mag de eigenaar van Café De Zaak maar een half uur voor de wedstrijd beginnen met zijn activiteiten op het plein. En die moeten een half uur na de wedstrijd ook zijn afgelopen.

Eigenaar Johan Risseuw heeft daarop de kosten doorgerekend en besloten alles af te blazen. Met zo’n korte voorbereidingstijd zijn de kosten voor het scherm en de inzet van extra personeel niet gedekt.

De Zaak kreeg vorige week al toestemming voor een groot scherm maar durfde het vrijdag tijdens Nederland-Brazilië nog niet aan. De temperatuur en de benodigde extra maatregelen maakten de onderneming toen nog te risicovol.

De eigenaar van café De Zaak ging dit weekend nog naar Keulen om met eigen ogen te zien hoe Duitsland de wedstrijden in de buitenlucht bekijkt. Sinds het WK van 2006 gebeurt dat steeds vaker bij onze oosterburen.

MAATREGELEN IN CENTRUM
Om gevaarlijke situaties voor en na de wedstrijd van Oranje te voorkomen sluit de gemeente een deel van het stadscentrum tijdens de halve finale af voor het verkeer. Het gebied tussen de Neude en de Nobelstraat wordt dan afgesloten voor bussen en taxi’s.

Hiermee hoopt de gemeente problemen als van afgelopen vrijdag te voorkomen. Toen stonden zoveel mensen op het plein dat bussen en taxi niet meer over de busbaan konden. Een taxi die dat toch probeerde reed drie mensen aan die gewond raakten.

WK Soap

We zitten al in onze derde week. Het WK wordt alweer bijna verdrongen door Wimbledon en de jaarlijkse Franse wielrennerij, maar wij gaan gewoon stug door met voetbal.

Al sinds 11 juni volgen wij twee oranje straten in Utrecht en Amersfoort. ’t Ondiep en de Celzusterenstraat. Eenvoudige mensen met oranje petjes, hoeden, pakken en luifels. Bier, koffie of bitterballen – we mogen aanschuiven, meelullen, uitslagen voorspellen en de geconcentreerde gezichten filmen.

We mogen ook lief en leed delen. In de Celzusterenstraat bijvoorbeeld. Erna is postbezorger en Theo repareert riolen. Nu, tijdens het WK, zit ie met een hernia thuis. Komt dat even mooi uit, zegt ie. Hun buurman Gerrit overleed tijdens onze Soap. Het is soms net het echte leven.

En in ’t Ondiep treffen we bijzonder veel ondernemers: de Marokkaanse broers Saïd en Hamid die samen een Italiaans restaurant runnen (inclusief showdeegslingeren!), Ton van de hengelsportzaak die klanten vanuit heel Europa heeft en die ons vertelt dat vliegvissen nu helemaal hot is bij vrouwen. De andere Ton die eigenlijk juwelier is, maar regelmatig op de stoep voor zijn etalage aan een nieuw schilderij werkt. En natuurlijk de oranje feesttent, waar de 10jarige Mechtelina (wat wil je met zo’n bijzondere naam) in de rust van iedere wedstrijd hoge noten zingt.

Sommigen zijn prettig gestoord, sommigen hebben geen werk, de meesten zijn kettingrokers en vloeken graag. Maar zelden heb ik zoveel mensen ontmoet die zo gastvrij zijn. Hun deuren staan wagenwijd open en wij mogen op ieder moment van de dag binnenlopen.

En dat blijven we doen. Zolang Nederland nog in het spel zit.

Stepteams zoeken nieuwe leden

Nu de zomer in aantocht is, gaan veel buitensportverenigingen op zoek naar nieuwe leden. Niet alleen hardlopers en wielrenners dingen naar de gunst van duursporters. Ook stepteams mengen zich dit jaar om de strijd voor nieuwe leden.

Om het steppen uit te proberen, kunnen geïnteresseerden op de open dagen van Stepteam Amersfoort een step lenen.

Bekijk de reportage van verslaggever Ulrike Nagel.

‘Frühaufsteher’ beim RBB

Ik heb mijn eigen stagiaire deze week. Bovendien mag ik de auto van mijn vader gebruiken. En ik vertoef in een eigen kantoor.

Klinkt dus als ongelofelijke luxe, vergeleken met vorige week.

Feit is: ik sta iedere ochtend om 4 uur op. Rij met de auto naar andere vroege vogels, draai daar twee tot drie uur, kom om een uur of 8 aan in mijn kamertje 705 op de 3e verdieping, start de laptop op en tuur de komende uren naar een veel te klein beeldscherm.

Omdat uiterlijk in het tweede uur de eerste technische problemen opduiken, ben ik afgeleid en staak ik de hoofdwerkzaamheden om de bijzaken op te lossen. Stagiaire Christa heeft geen tijd om koffie voor ons te halen. Ze klimt meteen in de telefoon en regelt de afspraak voor de komende dag.

Ik wil muziek in mijn reportage. Hoe krijg ik die ook alweer in de laptop? Best op te lossen, en ik kan het ook, maar daar gaat weer een half uur. Christa regelt een memorystick en zorgt ervoor dat de deuntjes ook meteen goed geconverteerd bij mij aankomen.

Om tien uur zou ik graag bij de vergadering willen zitten, maar ik durf niet. Ze duren hier een heel uur, en dat kost me dus montagetijd. Die ik er dan weer achteraan zou moeten plakken. En dan gebeuren volgens Murphys law – juist! – opnieuw fouten die ik liever wil vermijden.

En dus gaat Christa in mijn plaats. Handig, want zo hoor ik tenminste of mijn/onze reportages wel aanslaan (op details na heb ik de indruk dat ze voor goed worden bevonden, erg uitgesproken zijn ze hier niet).

Ik schrijf teksten en monteer zo snel ik kan met het nieuwe programma. Mijn dvcam-bandjes raken op. Ik bel techniek: “Wat voor dingen? Nee, die hebben we niet in huis.” Zelf kopen dan maar. (Trouwens: in sommige opzichten zijn ze hier dan wel weer modern; de twee camjo-camera´s werken al met een geheugenkaart)

Het is één uur, mijn verhaal staat aardig en ik heb honger. Lunchen dus in de kantine en dat betekent hier warm eten. Voor mij is het nu sowieso al avond, dus ik ben snel weer gewend aan deze bijna verloren gegane traditie. Om drie uur wil ik vandaag het pand verlaten, nu echt! Dat moet lukken!

Er komen wat telefoontjes tussendoor, overleg met Christa over de reportages de komende dagen. Zonder haar zou deze hele week in het water vallen. Ik ga weer door, reportage afmaken, de audiobewerking kost nog veel te veel tijd.

Even later: klaar! De chef van dienst moet mijn reportage beoordelen. Ik bel. “Nee, ze zit in de middagvergadering.” “Is ze zometeen weer terug?” “Duurt nog even, de vormgevingsvergadering begint zo.” Aha. Uiteindelijk komt ze, verandert wat aan de tekst (terecht) en kijkt best blij. Ik sla alles op.

De reportage moet op een geheugenkaart. Van de kaart moet het op band, twee verdiepingen lager. Daar begint de wachtrij. Er zijn nog twee verslaggevers voor mij, wiens verhalen eerst gedigitaliseerd moeten worden. Goeeeeeeedddddd… Drie uur geweest.

Met de band in mijn hand loop ik naar de meneer van de audio. Die heeft ook een assistent die mijn bandje in een player drukt. Ik mag naar de spreekkabine lopen en mijn reportage op beeld inspreken. Ook dat ben ik niet meer gewend.

Oeps, fout op het bandje. Iets is misgegaan met opslaan. We lezen alsnog door en mijn lievelingstechnicus (nooit gedacht dat ik die zou hebben), rent terug naar de laptop om het opnieuw te proberen.

En ja hoor, daar is de volgende wachtrij. Verslaggevers die hun item nu willen inspreken en die vóór mogen. Tot ik mijn bijdrage helemaal af in handen heb, is het anderhalf uur later. Ik overhandig het bandje aan de eindredacteur en verlaat het pand. Kwart voor zes. Meer dan 13 uur ben ik nu achter elkaar aan het werk.

Ik ben tevreden over mijn reportages en dat maakt eigenlijk alles goed. En de zon schijnt.

En morgen mag ik weer. En overmorgen weer. En die dag erna ook. Het geeft wel een kick, maar het scheelt dat ik even geen privéleven heb.

> Frühaufsteher 1: Kioskbesitzer Halil

> Frühaufsteher 2: Bäcker Walther Steitz

Rijkswaterstaat druk met kapotte snelwegen

Rijkswaterstaat heeft het druk om de snelwegen in de regio weer op een behoorlijke kwaliteit te krijgen. Door de vorst is er dit jaar vijf procent meer schade dan vorige winter. En nu het dooit worden alleen maar meer gaten in het wegdek ontdekt.

Donderdagavond werd de A12 bij Maarsbergen onder handen genomen door de wegwerkers van Rijkswaterstaat. Vanaf negen uur was één hele baan afgesloten voor het verkeer.

Verslaggever Ulrike Nagel trok een oranje hesje aan en ging op onderzoek uit.