Heen en weer

Zu Hause

Een week geleden stapten we uit de trein vanuit Duitsland.

Binnen nanoseconden was ik niet alleen weer op Nederlandse bodem, maar dacht ik ook onmiddellijk aan morgen. Mijn werk, de oppas, de broodjes die ik ga smeren. Ik keek op teletekst of er nog interessante dingen zijn gebeurd terwijl we weg waren (nö) en programmeerde mijn brein weer op mijn oude gewone omgeving.

Lees verder “Heen en weer”

Dakloos in Berlijn

Dakloos in Berlijn

Het is vijftien graden onder nul en ik sta met mijn camera bij de
Bahnhofsmission am Zoo. Een luikje gaat open en dan halen de daklozen een pakketje boterhammen op, een banaan en warme thee of koffie.

Veel meer hulp krijgen ze hier niet, dus om een slaapplek te
veroveren, zullen ze verder door de stad moeten trekken. Binnen spreek ik met de vrijwilligers en vraag of er iemand is die ik op weg naar een Notunterkunft kan begeleiden. En filmen.

Lees verder “Dakloos in Berlijn”

Vakantie in etappes

Fiets op raam in Berlijnse S-Bahn

“Der Berliner fährt keen Fahrrad nich’.” Zo of zo ongeveer zou je het kunnen zeggen. Althans: dat was vroeger zo. Toen ik klein was, wandelde ik tien minuten naar het S-Bahn station. Ik reed twee haltes mee, stapte braaf uit en wandelde dan weer tien minuten naar mijn schoolvriendin J.

Op de fiets had ik dat stuk makkelijk vele malen sneller kunnen afleggen. Maar dat bedenk ik me nu pas, met de Nederlandse sluier voor mijn ogen. We fietsten namelijk nooit in Berlijn.

Lees verder “Vakantie in etappes”

WK Soap

We zitten al in onze derde week. Het WK wordt alweer bijna verdrongen door Wimbledon en de jaarlijkse Franse wielrennerij, maar wij gaan gewoon stug door met voetbal.

Al sinds 11 juni volgen wij twee oranje straten in Utrecht en Amersfoort. ‘t Ondiep en de Celzusterenstraat. Eenvoudige mensen met oranje petjes, hoeden, pakken en luifels. Bier, koffie of bitterballen – we mogen aanschuiven, meelullen, uitslagen voorspellen en de geconcentreerde gezichten filmen.

Lees verder “WK Soap”

‘Frühaufsteher’ beim RBB

Wekker

Ik heb mijn eigen stagiaire deze week. Bovendien mag ik de auto van mijn vader gebruiken. En ik vertoef in een eigen kantoor.

Klinkt dus als ongelofelijke luxe, vergeleken met vorige week.

Feit is: ik sta iedere ochtend om 4 uur op. Rij met de auto naar andere vroege vogels, draai daar twee tot drie uur, kom om een uur of 8 aan in mijn kamertje 705 op de 3e verdieping, start de laptop op en tuur de komende uren naar een veel te klein beeldscherm.

Lees verder “‘Frühaufsteher’ beim RBB”

Ich bin ein Provinzberliner

Nu weet ik het. Ik ben maar een provinciaaltje. Wat ik stiekem niet graag wil toegeven, staat vandaag gewoon zwart op wit in een Berlijnse krant.

De Berlijner is – anders dan alle bezoekers en toeristen in de stad denken – eigenlijk maar een dorpsbewoner. Verder dan zijn eigen Kiez komt ie niet. Als hij naast een Beier in de S-Bahn zit, walgt ie van zoveel buitenberlijnse invloeden.

Lees verder “Ich bin ein Provinzberliner”

Haargenau

Vroeger, dat was toen ik met nat haar in een groot bad zat. Thuis. De zeep zat in een netje van zacht plastic. Met gaten erin. Gaf een heel stroef gevoel bij het wassen; pas veel later zou het modern worden en ‘peeling’ heten. Had ik dus als kind al, want douchegel of huidolie waren er niet.

En daarna: pakte mijn moeder de huis-, tuin- en keukenschaar om mijn haar te knippen. Kort. Dat vond ze handig. Als ze me nu met lang haar ziet, zegt ze nog wel eens dat ze het zo leuk had gevonden als ik ook als kind… maar nee, vroeger dacht ze daar heel anders over en moest al dat haar er zo snel mogelijk af.

Lees verder “Haargenau”

89

De val van de muur komt dichterbij.
Twintig jaar geleden. Het was een donderdag, die 9 november, dat hoef ik niet op te zoeken. Ik was 10 en een half jaar oud en merkte niets van een stille revolutie in Leipzig. Dat er duizenden landgenoten gestrand waren in Hongarije: geen idee. En van Schabowski of de Stasi had ik nog nooit gehoord.

Ik lag lekker boeken te lezen op zes hoog zonder lift. En beluisterde Schallplatten in onze Plattenbauwohnung; zo heten de huizen die begin jaren 80 een einde maakten aan de woningnood.

Lees verder “89”

Dubbele tong

Max groeit tweetalig op.

Althans, is de bedoeling. Zijn eerste woord is al twee maanden ‘auto’. Daar kan hij niet zoveel verkeerd mee doen, immers betekent dat in beide talen hetzelfde. Integratie gelukt. Nou ja, voor even.

In het begin was het raar. Ik woon hier al 11 jaar, en spreek inmiddels 14 jaar Nederlands. Zonder accent, durf ik te beweren, al hoor ik er van menig collega nog wel eens een grapje over. Duits spreek ik alleen aan de telefoon of als ik op familiebezoek ben, dus eens in de twee maanden. En dan moet je dus ineens iedere dag, iedere minuut je moedertaal spreken, anders leert Max het niet.

Lees verder “Dubbele tong”

Wie-o-wie

Ik heb 2 stemmen, staat er op het briefje. Eentje voor de regionale verkiezingen, en eentje voor de landelijke. Al twee weken lang ligt de bruine envelop met inhoud op de kast te wachten tot ik mijn kruisjes zet.

Volgende week zondag zijn er verkiezingen in Duitsland. En aangezien ik mijn paspoort ondanks uitstekende inburgering in dit kikkerlandje nooit heb afgestaan, en dat ook niet van plan ben, hoor ik nog steeds bij de stemgerechtigde Duitse staatsburgers.

Lees verder “Wie-o-wie”