Heen en weer

Een week geleden stapten we uit de trein vanuit Duitsland.

Binnen nanoseconden was ik niet alleen weer op Nederlandse bodem, maar dacht ik ook onmiddellijk aan morgen. Mijn werk, de oppas, de broodjes die ik ga smeren. Ik keek op teletekst of er nog interessante dingen zijn gebeurd terwijl we weg waren (nö) en programmeerde mijn brein weer op mijn oude gewone omgeving.

Maar ook die andere wereld, waar ik net vandaan kom, is heel gewoon en vertrouwd. Als ik daar zit, is Nederland mijlenver weg. En denk ik geen moment aan ons huis, onze buren of de televisieprogramma’s die we zouden kunnen missen.

Hoe kan het dan toch dat we Berlijn binnen enkele minuten weer zijn vergeten zodra we terug zijn?

Het is een wonderlijke switch die we tussen beide landen moeiteloos maken. Alleen tijdens grote voetbalwedstrijden zijn beide naties in mijn hoofd verenigd, krijgt de één op dinsdag aandacht, en de ander op woensdag.

Zoon Max begint nu ook enigszins onderscheid te maken tussen zijn twee gedaantes. Als hij rood-wit-blauw ziet, roept hij ‘Nederland’! En hij snapt inmiddels heel goed dat Oma in Berlijn echt alleen maar mama’s taal kan verstaan. En dus zegt hij “Kijk…”, denkt even na en herhaalt dan “Guck, Oma!”

Gisteren daagden we hem uit en vroegen: “In welk land wonen wij?”

“Thuis”, antwoordde Max.

Eén antwoord op “Heen en weer”

  1. Max is echt een filosoof in de dop! Wat zeg ik? Niet eens in de dop. Max is een filosoof.

Reacties zijn gesloten.