Waar bevalt het beter? – Deel II

In samenwerking met Duitslandnieuws.nl

Gefeliciteerd, je dochtertje is geboren. Wat ging er tijdens de bevalling anders dan in Nederland?

In mijn geval is dat niet helemaal de juiste afspiegeling van hoe het hier gaat, want ik koos tegen de Duitse trend in voor een thuisbevalling. Omdat ik in Nederland twee keer thuis ben bevallen, hoefde ik ook deze keer eigenlijk niet zo nodig in het medisch circuit terecht te komen. In Duitsland thuis bevallen is vrij uitzonderlijk; landelijk doet dat maar 2% van de vrouwen, in Berlijn 3% en dat schijnt al een hoog percentage te zijn. Er zijn ook amper verloskundigen die thuisbevallingen doen, landelijk zo’n 380, dat is verbazingwekkend weinig op een bevolkingsaantal van 82 miljoen.

Normaal gesproken gaan Duitse vrouwen naar het ziekenhuis of het geboortehuis zodra de weeën beginnen. Je mag er eerder naar toe dan in Nederland – daar vang je de weeën zo lang mogelijk thuis op – en je mag er ook na de bevalling langer blijven. De meeste vrouwen die ik ken, blijven zeker zo’n drie tot vier dagen in het ziekenhuis, ook als hun kindje helemaal gezond is. Dat heeft weer te maken met de Duitse hang om risico’s te vermijden, maar ook met het feit dat je hier geen kraamverzorgsters hebt. De eerste prille dagen hebben zij hun kraamweek dus eigenlijk in het ziekenhuis, met begeleiding van de zusters en eventueel je eigen verloskundige (Beleghebamme, heet dat hier, zij doet ook vaak de bevalling in het ziekenhuis, alleen als er iets mis gaat, neemt de gynaecoloog het over).

Bij mij ging het dus niet zo heel veel anders dan in Nederland, de verloskundige kwam op tijd en helemaal op het eind kwam er een tweede verloskundige bij, een collega van haar.


Wat vind je beter, wat slechter?

Ik ben nu natuurlijk zelf niet naar het ziekenhuis geweest, maar ik vind de Nederlandse gedachte dat moeder en kind het beste thuis kunnen herstellen na de bevalling, zo snel mogelijk, wel het fijnst. Mits alles goed is gegaan natuurlijk. Daarnaast is de Nederlandse kraamverzorgster een uniek beroep en ik gun zo iemand iedere vrouw  – dus ook iedere Duitse vrouw. Het is echt heel erg jammer dat het hier niet bestaat. De verloskundige komt ook wel iedere dag, maar zij helpt niet met het huishouden of je oudere kinderen. Er is een huishoudelijke hulp die je kan aanvragen, maar dat doen vaak alleenstaande vrouwen of vrouwen die een hele moeilijke bevalling hebben gehad. En omdat er geen kraamverzorgster is, is er ook veel minder begeleiding bij het voeden.

Mijn verloskundige begreep bijvoorbeeld het concept van kolven na de bevalling niet echt. Ik heb een elektrische kolf (zoals heel veel vrouwen in Nederland, omdat ze meestal na drie, vier maanden weer aan het werk gaan, maar nog wel borstvoeding willen blijven geven). En in Nederland ging ik meteen op dag 2 na de bevalling kolven om de melkproductie beter op gang te brengen (op advies van de kraamverzorgster, die daar ook echt wel alles van weet in de meeste gevallen). Opgetrokken wenkbrauwen bij mijn Duitse verloskundige, want zij was van mening dat je baby vaker aanleggen wel voldoende moest zijn. Mijn dochter Elise was een paar dagen later meer afgevallen dan ze mocht en komt nu maar heel langzaam aan. In week 2 koos ik er dus alsnog zelf voor om bij te kolven – en dat hielp meteen.

Weet je of er verschillen zijn per deelstaat?

Ik weet niet exact hoe het per deelstaat gaat, maar de trend is landelijk dat er steeds minder zelfstandige verloskundigen zijn. De meesten die dit beroep nog kiezen, werken in vaste dienst van ziekenhuizen. Er zijn amper meer praktijken met verloskundigen zoals in Nederland, omdat ze het geld voor de verzekering niet meer kunnen opbrengen. In heel Duitsland is er één aanbieder die verloskundigen verzekert voor de periode dat ze bereikbaar moeten zijn voor de moeders die gaan bevallen en die vraagt meer dan 4000 Euro per jaar per verloskundige. Een deel krijgen ze terug van de ziektekostenverzekeraars, maar niet genoeg, vinden de verloskundigen zelf.

Daarnaast is er landelijk nog een probleem: overal in het land (en vooral óp het land) sluiten geboorteafdelingen van kleinere ziekenhuizen. Over de gehele linie sterven er in Duitsland nog steeds meer mensen dan er worden geboren, en dus willen en kunnen veel ziekenhuizen dure geboorteafdelingen niet meer bolwerken. Dat leidt echt tot gekke taferelen in kleine steden en dorpen. Omdat er ook amper verloskundigen zijn, moeten zwangeren dan al twee weken van tevoren naar een grote stad afreizen om daar ‘in te checken’ in het ziekenhuis en op de bevalling te wachten (bijvoorbeeld het eiland Sylt: je moet dan naar het vasteland om te bevallen.

Of je moet het op de koop toe nemen dat je eerst een uur of anderhalf naar het volgende ziekenhuis moet rijden – geen fijne gedachte als je hoogzwanger bent, lijkt me.

Wat ik er niet aan begrijp – thuisbevallingen bijvoorbeeld kosten de ziektekostenverzekeraars veel minder geld dan een bevalling in het ziekenhuis. En toch moet je voor een thuisbevalling dus zelf bijbetalen, terwijl je een ziekenhuisbevalling volledig vergoed krijgt. Iets aan dat systeem klopt niet, het is niet logisch.


Duitsland wil graag iets doen aan de vergrijzing, is het daarom ook beter geregeld voor moeders (jonge gezinnen)?

Absoluut. Ze hebben zo ongeveer alles uit de kast getrokken om meer kinderen geboren te laten worden. Gek genoeg blijft het aantal toch nog steeds steken onder het Nederlandse gemiddelde, alleen Berlijn en Hamburg scoren hoog qua geboortes de laatste jaren. Kinderopvang is in Berlijn gratis vanaf 3 jaar (en vanaf 2017 zelfs gratis vanaf 1 jaar), je kan een heel jaar vrij nemen (oplopend tot 14 maanden als de vader ook twee maanden ouderschapsverlof neemt) en krijgt dan 67% van je laatste salaris doorbetaald. Dat is een hele luxe regeling die zelfs voor freelancers bestaat. Je laatste belastingaangifte bepaalt dan wat je van de overheid krijgt in dat babyjaar, met een maximumbedrag van 1800 Euro per maand. En in diezelfde periode vervallen ook je ziektekosten, dus je bespaart ook nog eens snel zo’n 500 Euro per maand, ziektekosten zijn hoog in Duitsland.

Daarnaast krijg je ook nog eens 180 Euro per maand per kind, Kindergeld, kinderbijslag. In Nederland is dat maar een fractie van dit bedrag. Duitsers weten vaak niet hoe goed ze het hebben, en eerlijk gezegd vraag ik me ook iedere keer af waar al deze kosten van betaald worden. En ook vooral waarom de Nederlandse staat dan nietietsjemeer kan uittrekken voor ouders en gezinnen, want eigenlijk is Nederland een veel vriendelijker land voor kinderen, dat heeft met de mentaliteit te maken, denk ik. Financieel is het hier voor gezinnen dus echt wel goed geregeld, ik zou heel graag willen dat de ministers van beide landen daar eens over om tafel gaan.

Je kan dus als vrouw een heel jaar lang vrij nemen voor je baby, meestal moet het ook wel, want de kinderopvang in Berlijn neemt zelden kinderen onder 1 jaar aan. Ik heb in dit geval een kinderopvang die dat wel doet, maar ik heb ook al heel vaak van mensen gehoord dat ik wel gek ben als ik niet dat hele jaar vrij neem. Als freelancer heb je de luxe dat je dat ook tussendoor nog mag bepalen, als je een grote opdracht hebt, kun je bijvoorbeeld een maand pauzeren en weer aan het werk gaan en na die maand laat je het ‘Elterngeld’ weer ingaan. Ik moet het wel allemaal nog aanvragen en weet dus niet of het echt van een leien dakje gaat, maar de regeling ziet er op papier erg goed uit.

Heb je nu in Duitsland te maken met meer papierwerk dan in Nederland?

Ja en nee. Als je als ongetrouwd stel bij het Jugendamt binnenloopt zodat de vader zijn kind kan erkennen (hetzelfde als in Nederland), dan treed je echt een kantoor binnen met een grote hangkast, met daarin allemaal dossiers met heel veel papier. Dat lijkt dus in eerste instantie onwijs ouderwets, er wordt weinig digitaal gedaan.

Daartegenover staat dat er genoeg ambtenaren zijn die je heel vriendelijk te woord staan en de boel best wel snel voor je regelen, met een glimlach en persoonlijke aandacht. Het oogt dus allemaal wat zakelijker en achterhaald op het eerste gezicht, maar in essentie moet je dezelfde administratieve dingetjes regelen. Een deel van de geldzaken verloopt via je ziektekostenverzekeraar en dan hangt het er maar vanaf bij wie je verzekert bent. Ik heb een hele goede die heel snel reageert en goed te bereiken is. En waar ook veel dingen digitaal kunnen. Het Elterngeld moet je wel per brief en met veel papierwerk en ‘bewijsmateriaal’ aanvragen – dat is omslachtiger dan in Nederland. Maar je krijgt dan ook geld van je overheid, dus dat heb ik er graag voor over.


Heb je in Duitsland andere tradities rond zwangerschap en bevallen?

Ja. Die zijn er amper. En dat vind ik heel erg jammer. In Nederland gaat de vlag uit na een bevalling, vliegen er ooievaren door de ramen, worden ballonnen opgehangen, borden met de voornaam in de tuin gezet – voor iedereen in de buurt is het een feestje als er een kindje wordt geboren. Sommigen vinden dat in Nederland overdreven, maar ik waardeer het enorm.

In mijn appartementencomplex hier in Berlijn zijn de afgelopen jaren drie baby’s geboren – nou, daar krijg je dan gewoon helemaal niets van mee. Geen ballonnen, geen versiering en ook bezoek krijgen Duitse vrouwen die bevallen zijn, pas veel later. Dat iedereen de eerste dagen binnen komt vallen, zoals gebruikelijk in Nederland, is hier Not Done. Moeder en kind worden zoveel mogelijk met rust gelaten. Ik snap het op zich wel, maar ik vind het prachtig dat Nederlanders er zo’n feestje van maken. Beschuit met muisjes, luiertaarten, kraammanden, kaartjes in de brievenbus – dat is hier toch allemaal wat killer en nuchterder, heel jammer. Wij hebben de versiering nog steeds aan de deur hangen en hebben ook ballonnen aan het balkon gehangen – wat dat betreft ben ik helemaal Nederlands geworden.


Hoe is de zorg geregeld na de bevalling?

Omdat de kraamverzorgster dus niet bestaat, krijg je dagelijks bezoek van de verloskundige. Zij weegt de baby en onderzoekt de stand van de baarmoeder. En dat is het zo ongeveer. Ik was er enorm verbaasd over na de bevalling: indeel 1kon je lezen wat voor onderzoeken je hier in Duitsland allemaal hebt voor de bevalling, maar na de bevalling wordt er hier veel minder onderzocht dan in Nederland. Vanuit Nederland was ik gewend dat er een zorgdossier is voor moeder en kind. Daarin noteert de kraamverzorgster iedere voeding, de huidskleur van de baby, de temperatuur van moeder en kind, de kleur van de poep. Iedere dag in die eerste week. .

Hier is er geen één keer temperatuur gemeten – niet van Elise en ook niet van mij. De verloskundige kijkt ook naar huidskleur en dat soort dingen, maar bijvoorbeeld niet naar de luiers en de poep van de baby (in mijn geval dan). Ze vroeg gewoon aan mij hoe dat eruit ziet. Dat gaat in Nederland wat preciezer, een kraamverzorgster kijkt dat echt allemaal exact na. Hier had mijn verloskundige wel een soort dossier, maar dat staat alleen maar op haar eigen papier, het is geen boekje dat ik vervolgens mag houden.

Onlangs heb ik het Nederlandse zorgdossier van mijn tweede kind er eens bij gepakt om te lezen wat er allemaal in stond. En nu heb ik dat echt als houvast als het om de voeding gaat – ik vind het toch erg goed dat het allemaal zo precies is opgeschreven die eerste dagen na de bevalling.

Ik heb het geluk dat mijn moeder bij mij om de hoek woont. Zij kende mijn verhalen van de kraamverzorgsters in Nederland en heeft die ook zelf meegemaakt bij mijn eerste kinderen – daarom heeft zij zoveel mogelijk overgenomen die eerste week en heb ik de kraamverzorgster zelf dus amper gemist.

Waar is het beter?

Ondanks alle discussies: ik zou ervoor zijn om het ideale midden tussen beide systemen te vinden. Vóór de bevalling: Naar de verloskundige als alles goed gaat, maar in Nederland wel sneller doorverwijzen naar de gynaecoloog, gewoon om soms het zekere voor het onzekere te nemen, het ‘natuurlijke’ slaat af en toe te ver door. En in Duitsland zou het er wat relaxter aan toe kunnen gaan, artsen zouden ook wel eens geruststellende opmerkingen mogen maken, iets meer meeleven met iets dat zo mooi is, niet alleen maar bezig zijn met de risico’s. Soms zijn ze simpelweg bezig met zichzelf in te dekken: ‘Ik heb alles onderzocht, aan mij heeft het niet gelegen als het misgaat’. Dat vind ik jammer. Zwanger zijn is geen ziekte, maar er kan genoeg gebeuren. Het is niet zwart-wit en het kan omslaan als een blaadje aan de boom. Een goede zorg zou dus net zo flexibel moeten zijn en dus moeten artsen en verloskundigen echt allebei het belang van de zwangere voorop stellen. Zowel in Nederland als in Duitsland zitten ze nog veel te veel op hun eigen eilandje.

En na de bevalling: Nederland moet eens kijken naar hoe Duitsland gezinnen financieel ondersteunt – daar is heel veel te verbeteren. En Duitsland mag ook kijken naar Nederland waar het gaat om de begeleiding door verloskundigen en vooral kraamverzorgsters – ook wat dat betreft kunnen ze dus nog behoorlijk wat van elkaar afkijken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNederlands