Onlangs zag ik de foto weer. Mezelf zittend achter het vertrouwde bureau in Utrecht. Quotenknaller – zo heette mijn dienst op mijn laatste dag. Het nieuws op de hielen, zodra een bericht binnenkomt, bellen, bellen, bellen, en om reactie vragen. Teksten typen en alles even later in het nieuwsbulletin terughoren. Geen relaxte laatste dag, maar toch een hele eenduidige taak, met mij als vis in het water, aan het roer, de boel onder controle, hoe je het noemen wil. Professionele soepelheid. Zo voelde het vaak. En ook op die dag.
Lees verder “1 jaar”Fanatiek fietsen
Ik ben niet zo’n fanatiekeling. Althans, in het begin wel heel even. Dan wil ik ineens piano leren spelen of geneeskunde studeren. Heel fanatiek ratelt het dan in mijn hoofd. Maar na vijf minuten sterft het idee alweer een stille dood. Terwijl het dus wel heel even serieus aanvoelde.
Lees verder “Fanatiek fietsen”Wennen
Vergezichten met groen gras, blauwe zee, zand zover je kunt kijken.
Gezellig aan tafel schuiven in het huis van goede vrienden.
Fietsen naar het Amsterdamse bos, ijsjes eten – ook als het daar nog te koud voor is.
De benen languit in een stacaravan met oranje vlaggetjes.
Lees verder “Wennen”Kunst, geschiedenis of Disney?
In Berlijn weet je het nooit zo heel erg precies.
Is het kunst?
Geschiedenis?
Of marketing?
Lees verder “Kunst, geschiedenis of Disney?”Eisfieber
Ik had een goed idee, vond ik.
Simpel, maar vaak zijn dat de besten. In Nederland zie je alweer een hele week lang schaatsreportages op televisie. Hoe dik het ijs is. Wanneer je erop kan. Welke plaats de eerste marathon op natuurijs binnenhaalt. Wat de ijsmeesters erover zeggen. Welke ijsbanen vernield zijn met zout. Hoe met man en macht geprobeerd wordt de sneeuw van het ijs te blazen. Hoe mensen onder het ijs belanden. Hoe tochten worden gestaakt, omdat schaatsers door het ijs zakken (zojuist gebeurd in Overijssel).
Lees verder “Eisfieber”Nog (heel even) stil
Het zijn al meer dan 20 miljoen overnachtingen per jaar. En het worden alsmaar meer.
Toeristen houden van Berlijn.
Engelsen, Nederlanders en Amerikanen komen het meest. (Maar liefst 10% meer Nederlanders dan vorig jaar. Zou het iets met onze verhuizing te maken hebben? We hebben al veel bezoek gehad, :-).
Lees verder “Nog (heel even) stil”Hier ontkomen we er ook niet aan
Ja hoor, ook hier ontkwamen wij er niet aan.
650 kilometer verderop gaan wonen betekent niet dat we de belangrijkste man van het jaar hoeven te missen: de Sint. Die blijkt namelijk ook prima in Berlijn te kunnen komen.
Of hij dat via de daken deed of misschien gewoon in de trein stapte, of dat het toch stiekem maar een verklede Nederlander was die er ongelofelijk goed bijklust – dat doet er gelukkig niet toe, want mijn kind vraagt nog niet naar zulke dingen.
Lees verder “Hier ontkomen we er ook niet aan”School
Iedere dinsdag is het schooldag.
Niks bijzonders wellicht, maar voor een 4-jarig jongetje dat tegenwoordig overgeheveld is naar Duitsland, is dat hier best wel apart.
Kinderen gaan in Duitsland namelijk pas naar school als ze 6 zijn. De tijd daarvoor brengen ze ook niet door in een kleuterschool, maar in een ‘Kita’.
(Dat woord vond ik een paar maanden geleden nog superstom, maar een mens went zoals bekend aan alles en inmiddels is het ook uit mijn mond vaker te horen dan me ooit lief was. ‘Kita’ is de korte vorm voor ‘Kindertagesstätte’. En dat is weer een erg lange bewoording voor ‘Kindergarten’, zoals het in mijn tijd nog gewoon heette.)
Kinderopvang dus.
Geen school.
Berlijnkenner
Ik ben geen kenner.
Geen deskundige. Geen expert of insider of geheimtipgever.
Sterker nog, menig toerist kent Berlijn beter dan ik.
Dat merkte ik al toen ik nog gewoon in Nederland woonde en collega’s voor het eerst hoorden waar ik vandaan kom. ‘WOW! Waarom ben je DAAR weggegaan??? Gave stad!!’. Ja, het is ongetwijfeld een gave stad, dat Berlijn, maar van mijn vijfde tot mijn 19e was ik voornamelijk bezig met school.
Lees verder “Berlijnkenner”Nederland, oh Nederland
Daar gingen we dan. Een heel weekje ‘Holland’, zoals Max het tegenwoordig noemt. Alles even andersom. In Berlijn instappen, bij de grens uitstappen en dan met de auto verder naar Drenthe waar onze logeerbedden staan.
We zijn nog maar twee maanden weg, maar het voelde nu al een beetje vreemd. Vanuit het Noorden stap ik in de trein naar de Randstad en de polders die buiten voorbij trekken, lijken ineens minder vertrouwd. Ik wandel door Amstelveen, onderweg naar vriendin L. en bedenk me: twee dagen geleden stond ik nog te draaien op een school in Falkensee, een plaatsje ten westen van Berlijn, waar ik nog nooit eerder was geweest. Van Falkensee naar Amstelveen – ik vind het niet zo voor de hand liggend.
Lees verder “Nederland, oh Nederland”