RTV Utrecht: Utrechtse geeft les over Oost-Duitsland met rollenspel

Utrechtse geeft les over Oost-Duitsland met rollenspel: ‘Ik schrok wel van haar strenge toon’

Utrecht – “Freundschaft!” Anja’s harde stem schalt door het klaslokaal, dat kunnen ze ook hiernaast nog horen. Alle leerlingen springen op en in de houding. Armen recht, handen strak tegen hun bovenbenen. “Freundschaft” klinkt het lafjes terug. Dat kan beter, vindt Anja. “Jij bent vergeten het woord te zeggen”, wijst ze naar een leerling. “Nog een keer!” Er klinkt gelach, maar er wordt wel geluisterd. Alle leerlingen van klas 3 gaan weer zitten en moeten dan opnieuw gaan staan. Deze keer gaat het wel goed. “Sehr schön, setzen. Wunderbar.”

Item voor TV (RTV Utrecht), foto’s en tekst door Ulrike Nagel.

Het is een rollenspel, deze gastles, zodat de leerlingen niet alleen iets over de geschiedenis leren, maar ook echt ervaren hoe het was, in de toenmalige DDR, de Duitse Democratische Republiek. Anja geeft door het hele land gastlessen, vandaag is ze op het Tabor College Werenfridus in Hoorn dat voor deze lessen ook samenwerkt met het Duitslandinstituut en hun project Blik op de muur.

De leerlingen zijn 15 en 16 jaar oud. Met 14 maakte je in de voormalige DDR al deel uit van jeugdorganisatie FDJ, de Freie Deutsche Jugend. Anja heeft het uniform dat erbij hoort meegenomen, een knalblauwe blouse met een geel logo. De DDR was vooral een militaire dictatuur, benadrukt Anja. “Want dat opstaan en weer gaan zitten en dan opnieuw opstaan, dat had een functie. Je wordt er wakker van. Net als bij de militairen.” En meteen sneert ze naar een leerling: “Als je het klaslokaal binnenkomt en er staat een docent, wat doe je dan? Dan zeg je ‘hallo’. Heb je hallo tegen mij gezegd? Nee. Dan heb je de eerste minpunten binnen.”

Anja met haar eigen wiskundeboek uit de jaren '80 uit de DDR
Anja met haar eigen wiskundeboek uit de jaren ’80 uit de DDR

Anja Fricke is 45 jaar en woont al meer dan twintig jaar in Utrecht. “Ik ben hier gekomen omdat vrienden van mijn ouders vroegen of ik niet naar Utrecht wilde verhuizen om hier te studeren. Dat heb ik gedaan. Ik wilde de wereld ontdekken, want mijn ouders konden dat niet. En ik ga ook niet meer terug.” Die Nederlandse vrienden kwamen bij haar ouders op bezoek in 1988. Anja komt uit een klein dorpje in de Harz, vlakbij de grens. Waar iedereen elkaar scherp in de gaten hield.

“Het was er anders dan bijvoorbeeld in een grote anonieme stad als Berlijn. Docenten en ouders, iedereen kende elkaar en dus kreeg je het al snel moeilijk.” Ze heeft haar rapporten meegenomen naar de les, waarin ze zelf alleen als ‘A.’ wordt aangeduid. In de commentaren krijgt ze er veel van langs, ze heeft geen logisch denkvermogen, staat er, ze loopt achter met wiskunde en de cijfers voor gedrag en medewerking en vlijt zijn ook niet om over naar huis te schrijven. “De docenten moesten me niet, dat werd niet gezegd, maar dat voelde ik aan alles. Mijn ouders durfden het om aan de docent te vragen of ze mijn naam wilde uitschrijven, Anja, en toen werd het nog erger.”

De groep is alles, het individu bestaat niet

Ook de leerlingen laat ze in de les voelen hoe het is om buitengesloten te worden. Ze toont het uniform van de Jungpioniere, de jonge pioniers, een jeugdorganisatie waar iedereen lid van was. “Wat denk je dat er gebeurde als je ouders zeiden: Nee, ik wil niet dat mijn kind hieraan meedoet?”, vraagt ze aan de klas. “Dan werd je vast ongeveer afgemaakt”, luidt het antwoord. Maar het was veel subtieler, legt Anja uit. “Je werd buitengesloten. Want iedereen deed mee aan de jeugdorganisatie, er werden gezamenlijke dingen georganiseerd waar kinderen graag aan meedoen. Dus dan liep je vanzelf naar je ouders om te smeken dat je graag mee wilde doen.”

De leerlingen doen verrassend goed mee, al schrikken ze wel van Anja’s strenge toon. “FĂŒr Frieden und Sozialismus seid bereit! Immer bereit! Voor vrede en socialisme, wees bereid. Altijd bereid!” – Die strenge luide toon komt echt binnen bij de Ruben, Anne en Farah, leerlingen in deze klas. “Het is toch wel echt veel strenger dan ik zelf had gedacht”, zegt Anne. “Dat je op school echt je best moet gaan doen, anders worden je ouders gebeld. Je bent bang dat er iets gebeurt, terwijl je weet dat je in je gewone klas zit.”

De leerlingen zijn stil. “De les is beter dan dat je alles alleen maar vertelt. Dan verlies je je focus, nu kan je alles veel beter opslaan”, vertelt Farah. “Dat je goed moet zitten, goed moet staan – ik denk dat de kinderen zich toen minder thuis voelden op hun school, dat ga ik nu wel veel beter onthouden.” Haar klasgenoot Ruben beaamt dat. Hij wordt in de les door Anja ook even aangewezen als klassenvertegenwoordiger en mag de andere leerlingen aanspreken op hun kleding. “Dat voelt wel leuk, lekker macht uitoefenen. Dan kan je gewoon zeggen wat iemand moet doen en dan luisteren ze ook meteen.”

Rekenen met tanks: Anja laat een Oost-Duits schoolboek zien in de klas
Rekenen met tanks: Anja laat een Oost-Duits schoolboek zien in de klas

Merkkleding en een militaire dictatuur – dat gaat niet samen

Dat is ook Anja’s doel. “Je ziet dat een militaire dictatuur heel makkelijk werkt, ze gaan er zelf namelijk ook heel snel in mee, dat punt wil ik maken. Het onderliggende doel is misschien ook dat ze zelfstandig leren denken. Dat ze denken: Ik wil nu helemaal niet opstaan omdat zij dat zegt of ik wil niet aangesproken worden op wat ik draag.”

Die kleding – dat was een dingetje. “Wat staat er op je shirt?” vraagt Anja aan de jongeren. De meesten hebben dat helemaal niet door, maar kleding van een Amerikaans merk, dat kon natuurlijk niet. “Daar staat Tommy. Wat heeft dat met de DDR te maken? Dan gaan we dus zo je ouders bellen en dan mag je even aan de directeur gaan uitleggen waarom jij niet van onze mooie prachtige socialistische DDR houdt, maar van de Klassenfeind (politiek vijand van de arbeidersklasse, red.).”

Anja studeert uiteindelijk cultuurwetenschappen in Utrecht en gaat aan de slag in de communicatie. Ze is geen docent, maar geeft regelmatig deze gastlessen met rollenspel. Ze laat een wiskundeboek uit 1980 zien aan de klas. “Waar hebben jullie mee leren rekenen? Appels en peren? Kijk, wat zie je hier?” De afbeeldingen met tanks en soldaten zijn overduidelijk te herkennen. “Uiteindelijk wil ik ook dat de leerlingen de democratie weer meer leren waarderen, de vrijheid die ze eigenlijk hebben in de lessen”, zegt Anja. Ruben herkent dat wel. “Een keertje een beetje strenger zijn is wel goed, maar de normale lessen vind ik wel leuker”, lacht hij na afloop.

Het bloesje van de jeugdorganisatie van de DDR: Jungpioniere, jonge pioniers
Het bloesje van de jeugdorganisatie van de DDR: Jungpioniere, jonge pioniers

Niet meer terug naar Duitsland

Waarom Anja niet meer terug wil naar Duitsland? Onder meer omdat ze deze lessen daar op deze manier niet zou kunnen geven. “Ik heb ook een tijdje in West-Duitsland gewerkt, maar ik miste daar iets wat ik hier wel heb – hier zijn er geen vooroordelen omdat ik uit Oost-Duitsland kom. Het wordt niet meteen heel groot gemaakt. Hier in Nederland ben ik gewoon Duits, als ik die lessen in Duitsland zou willen geven, zou dat veel lastiger zijn. Dan zou ik op mijn woorden moeten letten, bijvoorbeeld als er een docent zou zitten die in Oost-Duitsland nog les heeft gegeven.”

Dat het onderwerp blijkbaar bijna niet aan de orde komt op school in Duitsland is ook een reden. “Mijn nicht woont nog steeds in de Harz en als ik het er met haar over heb, dan vertelt ze dat de Koude Oorlog ook amper besproken wordt op school. Ze is nu 18 en heeft daar bijna niets over geleerd. Omdat het blijkbaar nog te gevoelig ligt. In Nederland is het zelfs examenstof.”

Anja Fricke in de klas met een Jungpioniere-Hemd
Anja Fricke in de klas met een Jungpioniere-Hemd