Op 9 november 1989 gebeurde er in Duitsland iets dat de bevolking voor lange tijd onmogelijk hield: de grens tussen Oost en West was er ineens niet meer. De Muur werd doorbroken en vrij reizen was in een klap een feit.
Ulrike Nagel groeide als een gelukkig kind op in Oost-Berlijn. Ze was tien toen het IJzeren Gordijn viel. In De Dag blikt ze terug op die tijd en hoe het was toen ze voor het eerst in West-Berlijn kwam. “Iemand drukte wel vijftig rietjes in mijn handen bij de McDonald’s en zei: ‘die mag je hier gratis meenemen!’.”
Beluister het interview met Ulrike Nagel op Radio 1.
Nieuwegein is op zoek naar nieuwe locaties voor de activiteiten van Stichting Bouwgein.
Het activiteitencentrum aan de Hoveniersweide is vannacht volledig afgebrand, zes maanden nadat de bouwspeeltuin van Bouwgein is heropend.
Burgemeester De Vos heeft vanmorgen direct een bezoek gebracht aan de vrijwilligers van Bouwgein om ze een hart onder de riem te steken.
Bouwgein bood onder meer onderdak aan kinderopvang en buitenschoolse opvang en die faciliteiten moeten zo snel mogelijk op een andere plek worden voortgezet. De politie vermoedt brandstichting.
BRAND IN BOUWGEIN
De melding van de uitslaande vlammen aan de Hoveniersweide kwam rond 4.00 uur vanmorgen binnen. Even voor 5.30 uur had de brandweer het vuur onder controle. Het gebouw van Bouwgein, met zes zalen en een keuken op een totale oppervlakte van 500 vierkante meter, was niet meer te redden. De brandweer liet het gecontroleerd uitbranden.
De bouwspeeltuin van Bouwgein werd afgelopen zomer na een grote renovatie heropend. In oktober won de speeltuin een prijs van 10.000 euro in een wedstrijd van de Rabobank voor regionale projecten. In het gebouw was sinds drie weken ook een kinderopvang gevestigd. Ook de naschoolse opvang in het centrum moet op zoek naar nieuw onderdak.
Stichting Bouwgein wordt niet gesubsidieerd door de gemeente en draait voor een groot deel op vrijwilligers en sponsors. Verslaggever Ulrike Nagel sprak vanmorgen bij de brand onder meer met stichtingsvoorzitter Martin Koot, die met andere toegestroomde vrijwilligers verslagen moest toekijken hoe het werk van vijf jaar in vlammen op ging.