Hartsvriendin = lief x moeite

Ik vind verjaardagen leuk. En ook al word ik ouder, ik hou na al die jaren ook nog steeds van mijn eigen verjaardag.

Ik krijg dan leuke kadootjes van vrienden, felicitaties, mag taart eten en er valt nog eens een handgeschreven kaartje door de brievenbus. Dit jaar kreeg ik mijn kado van mijn beste Berlijnse vriendin J. al van tevoren. Een blauw, papieren tasje, dichtgeplakt en verzegeld, want het mocht pas op de dag zelf open.

Met genoegen en een kinderlijke Vorfreude sloeg ik afgelopen donderdag aan het uitpakken. Vier pakketjes, ieder begeleid door een zorgvuldig gekozen kaartje, met tekst en uitleg op de achterkant. Een boek met ‘wereldformules’ in de trant van: Rat = (muis x 4 – schattig). Die moest mij herinneren aan onze gezamenlijke wiskundelessen waarin ik schaamteloos de rekenmethode van J. overpende.

Een dvd met alle 30 nummer-1-hits op mijn verjaardag, sinds mijn geboorte. Op 16 april 1979 was dat Dschinghis Khan met Dschinghis Khan (een Duitse verder niets-zeggende Schlager). En op 16 april 1999 was dat Baby One More Time van Britney Spears. Om er maar twee uit te pikken.
Die heeft vriendin J. allemaal zelf bij elkaar gezocht.

Een boekje met 100 en één dingen die ik nog allemaal moet doen.

En als laatste een in plastic folie verpakte stapel oude brieven. Verslagen van mijn eerste uren in Nederland, van mijn eerste treinreis Berlijn – Hengelo en mijn prille verliefdheid op vriend J.. Briefjes die ik haar schreef toen zij ziek was en ik de saaie geschiedenislessen in mijn eentje moest doorstaan.

Vriendin J. bewaart bijna alles.
En ze slooft zich liefdevol uit om mij dit soort kadootjes te geven. Daar heb ik maar één antwoord op. Mijn eigen wereldformule. En die staat boven in de titel.

30

Ik was 9 jaar oud en liep de badkamer in. Waarschijnlijk wilde ik mijn tanden gaan poetsen, want het was avond en bedtijd.
Mijn moeder stond voor de spiegel en zei: “Morgen word ik 30”.

Dat is meer dan 20 jaar geleden en toch herinner ik me dat nog heel goed.
Vanochtend om 8 uur belde mijn moeder om te feliciteren. Ik vertelde haar het spiegelverhaal.
Ze lachte en zei dat ze zich die dag nog kon herinneren.
En ook dat dat helemaal niet voelde als 20 jaar geleden.

En ik zit te dubben of dat nou een goed teken of een slecht teken is.
Het zal de leeftijd wel zijn.

Zaken doen in barre tijden (op z’n Berlijns)

Het fietsenhok bij S-Bahnstation Rummelsburg heeft een dak van doorzichtige kunststof. Langs de rand loopt een metalen buis, een afvoer voor de regen. Dat je er ook hele andere dingen mee kan doen, blijkt op maandag middag als ik langsloop om de volgende trein te halen. Een man hangt vlak onder het dak, hij klampt zich vast aan de stangen van het hok. Zonder iets te kunnen zien, graait hij met zijn linker hand in de metalen buis boven zijn hoofd. Hij moet er veel moeite voor doen, want hij kan er van de binnenkant van het hok amper bij. Toch redt hij het net: zijn vingers pakken iets uit de geul: een slof sigaretten.

Een tweede man staat naast hem, type gepensioneerd, muts op tegen de wind, ouderwetse sporttas in de hand, weinig geld in de portemonnee.

Ik zie het uit mijn ooghoek, maar ga mijn trein missen en loop dus verder. Als ik de S-Bahntunnel in draai, merk ik nog net dat de oudere man inmiddels achter me loopt.

Hij doet rustig de rits van zijn tas dicht.