Hij valt bijna niet op, tussen al die grijze panden in Friedrichshain. Al vaker reed ik er met de auto langs en zag in een flits een oranje molen op de deur. Wat het verder precies was, daar had ik nooit naar gekeken.
Al weken breek ik me het hoofd over iets vrij onbenulligs. Vriendin K. aan de overkant van de straat is zwanger en aangezien ik eind deze maand een feestje geef en dat al lang weet, ben ik aan het mijmeren over een non-alcoholisch drankje dat ik haar wil voorschotelen.
Iets langer dan een jaar geleden leerde ik dit drankje kennen op het Koninginnedagfeestje van de Bussumse Bazelburen. Die zijn allemaal tien jaar ouder dan ik en hebben al enige ervaring met dikke-buiken-feesten waar je wel graag wilt drinken, maar ja, het mag nou eenmaal niet.
Dan kun je natuurlijk de hele avond aan de cola of de sinas, of appelsap, of nog erger: thee. Op een feestje wil je daar toch eigenlijk niet mee gezien worden, lijkt me.
En daarom is het dus zo mooi dat er een drankje zonder alcohol is die er ook nog een beetje hip bij staat. Vette kleur: oranje met een gouden schittering. Klein flesje dat een geheim lijkt te hebben: wat zou daar toch inzitten?
En tenslotte het belangrijkste: het smaakt! Doet denken aan oranjebitter, maar minder zoet. Lekkerder dan bier, niet te vergelijken met een wijntje, eerder met een likeur. Een echte borrel voor zwangeren dus.
Nu heb ik eindelijk een keer op internet goed gezocht naar het bijna weer vergeten flesje. Bij de volgende boodschappen neem ik er één mee voor vriendin K.. Mag ze het testen. En als het bevalt: sla ik er liters van in. Je mag er tenslotte eindeloos van drinken!
Soms lijkt ook de voor ons zo gewone reis naar Berlijn één grote jetlag.
Donderdag 6.30 uur vliegtuig Weeze, 7.45 uur aankomst Schönefeld. Thuis tweede ontbijt met veel koffie. Max op bed, wij ook. Bijslapen. 14 uur: naar de stad, langs een geplande afspraak. Winkelen. Eten. Laat slapen na een wijntje. Wat lijkt de dag toch lang zo.
Vrijdag: 13.00 uur afspraak met vriendin J. en baby C. in de Tierpark. Wandelen tot we moe zijn. Lekker eten. 22 uur naar de stad. Biertjeen leuke gesprekken in de S-Bahnbogen. 0.00 uur dakterras bij Weekend. Cocktails. 3.00 uur Knockout.
Zaterdag: 9.00 uur: Terughollen naar de Tierpark, want knuffel Max kwijt. Niet gevonden. Triest. 12.00 uur proberen bij te slapen. 14.00 uur naar de stad, laatste boodschapjes. 17.00 Feestje Vati verjaardag in DDR-villa. 3.00 uur doodmoe, met dansbenen naar bed.
Zondag: Uitslapen. Langs vriendin J. Langs Omi, Max ophalen. 19.30 uur: Schönefeld. 21.30 uur: vliegen.
Een jaar gaat snel, dat zeggen ze allemaal. Is ook zo.
Al weet ik heel goed wat er allemaal geweest is. De eerste uren, de eerste dagen, de eerste maanden. Ineens is het een jaar.
En kan ie van alles. Lopen langs de bank en de stoelen, kruipen op zijn knieën, zelf brood eten en uit de beker drinken, babbelen en zijn vinger in zijn verjaardagstaart steken.
Maar wat een 1e verjaardag is, dat snapt ie nog niet. Gelukkig is ie nog niet volwassen.
Ik vind verjaardagen leuk. En ook al word ik ouder, ik hou na al die jaren ook nog steeds van mijn eigen verjaardag.
Ik krijg dan leuke kadootjes van vrienden, felicitaties, mag taart eten en er valt nog eens een handgeschreven kaartje door de brievenbus. Dit jaar kreeg ik mijn kado van mijn beste Berlijnse vriendin J. al van tevoren. Een blauw, papieren tasje, dichtgeplakt en verzegeld, want het mocht pas op de dag zelf open.
Ik was 9 jaar oud en liep de badkamer in. Waarschijnlijk wilde ik mijn tanden gaan poetsen, want het was avond en bedtijd. Mijn moeder stond voor de spiegel en zei: “Morgen word ik 30”.
Dat is meer dan 20 jaar geleden en toch herinner ik me dat nog heel goed. Vanochtend om 8 uur belde mijn moeder om te feliciteren. Ik vertelde haar het spiegelverhaal. Ze lachte en zei dat ze zich die dag nog kon herinneren. En ook dat dat helemaal niet voelde als 20 jaar geleden.
En ik zit te dubben of dat nou een goed teken of een slecht teken is. Het zal de leeftijd wel zijn.
Bijna een heel jaar heb ik moeten wachten voordat mijn eerste vriendinnen het ook aandurfden: kinderen krijgen.
Nu is het zover en komen er ook meteen twee tegelijk. Vriendin N. ligt nu met dochter Hanne Joella in haar armen te Amstelveen, Nederland. En beste Duitse vriendin J. ligt in Berlijn met zoontje Clemens.
Allebei geboren op 9 april 2009. Om 12.28 uur en om 16.08 uur. Alsof ze het met elkaar hebben afgesproken.
…ter wereld. Die houdt de gemoederen al een paar weken bezig. Her en der hoor je dat onbekenden of vrienden hun snorkelspullen uit de kast trekken en gretig aan een videofilmpje beginnen om een half jaar lang op Hamilton Island met de voetjes in het zeewater te bungelen.
Ja, want dat is bijna alles wat je hoeft te doen. Gezocht wordt een ‘Island Caretaker’die met het postvliegtuigje mooie kiekjes vanuit de lucht mag maken en die af en toe een blaadje uit zijn swimming pool moet vissen. Darnaast mag ie een blog bijhouden (hoe moeilijk is dat?) en videobijdrages over zijn leven in een tropisch paradijs maken (nou, ook niet veel lastiger…).
Eén moeilijkheidje voordat je naar Australië mag afreizen: voor deze baan zijn inmiddels 34.000 sollicaties binnen. Eén daarvan is van collega R., die al langer droomt van luieren in bovenstaande hangmat (wie niet). En die ook erg mooie filmpjes kan maken. Helemaal als het om zijn eigen sollicitatie gaat!
Volgende week is de shortlist van de 50 beste kandidaten klaar, de beste 10 mogen op kosten van de Tourist Office in mei op sollicitatiegesprek.
En oh ja, mocht het collega R. lukken om de andere 33.999 te verslaan, dan verdient hij in zes maanden tijd 70.000 euro. Mwa, dan loont het best om je baan op te zeggen.
Het fietsenhok bij S-Bahnstation Rummelsburg heeft een dak van doorzichtige kunststof. Langs de rand loopt een metalen buis, een afvoer voor de regen. Dat je er ook hele andere dingen mee kan doen, blijkt op maandag middag als ik langsloop om de volgende trein te halen.
Weltenbummler Het kan! Ik voel me een wereldburger! Een reiziger! Een Weltenbummler! Ik voel de vrijheid! Ik ben met mijn eigen kind namelijk buiten geweest. In de barre en boze grote wereld… Sterker nog: het is me gelukt om naar het station te lopen en naar het buurdorp te reizen. Met de trein. Met een kinderwagen. En mijn kind erin. Zonder problemen.
Van tevoren wilde ik alles op internet opzoeken. Hoe kom ik het juiste perron op? Ik kon me geen lift herinneren en ook met mijn vouwfiets moest ik altijd de trap nemen. Kon dat eigenlijk wel, met een kinderwagen in de trein? Ik kon me niet herinneren ooit iemand met zo’n vehikel gezien te hebben. Bovendien: moet je daar een kaartje voor hebben? Voor een fiets moet je immers ook betalen. En hoe krijg ik die wagen de trein in?
Mijn zorgen vooraf blijken ongegrond: ik kán het perron op (al is het een heel eind omlopen via de spoorwegovergang), ik kán de trein in en uit (zelfs jongeren met oordoppen in helpen keurig en vrijwillig met het tillen van de wagen), ik hoef geen extra kaartje te kopen en het belangrijkste: Kindje Max slaapt door alles heen.
Zelfs als ik op de terugweg in de verkeerde trein stap en zonder tussenstop in Amsterdam beland. Als iemand nu van mij wil weten waar de liften zijn, heb ik daar het antwoord op. En ook op de vraag of je nog wel deel uitmaakt van deze aardbol met een kersvers kindje: ja!