1e dag

Het voelt een beetje als een jong groentje op haar eerste dag. Onopgemerkt. Beetje verlegen. Iedereen is heel stil en er wordt veel vergaderd. Een verslag van de eerste uurtjes bij de RBB.

9.45 uur welkom geheten door Marlies, secretaresse. Gewoon ‘du’, dus dat is makkelijk. Ik krijg een account, maar die doet het nog niet meteen.

Lees verder “1e dag”

Ich bin ein Provinzberliner

Nu weet ik het. Ik ben maar een provinciaaltje. Wat ik stiekem niet graag wil toegeven, staat vandaag gewoon zwart op wit in een Berlijnse krant.

De Berlijner is – anders dan alle bezoekers en toeristen in de stad denken – eigenlijk maar een dorpsbewoner. Verder dan zijn eigen Kiez komt ie niet. Als hij naast een Beier in de S-Bahn zit, walgt ie van zoveel buitenberlijnse invloeden.

Lees verder “Ich bin ein Provinzberliner”

Ulli draait…

…nu echt overuren. Zo heb je niets, en zo ben je ineens verantwoordelijk voor een reportageserie van vier afleveringen.

Het is mijn eigen schuld. Ik stapte twee weken geleden pas naar de eindredactie om mijn idee van een korte serie over de regionale ‘val van de muur’ te lanceren. Ik was bang dat het niet door zou gaan en daarom wachtte ik wat langer. “Komt ze weer aan met haar Berlijn, hoor.” En: “Niet regionaal genoeg, daar doen we niet aan.” Zo spookte het door mijn hoofd.

Lees verder “Ulli draait…”

Dubbele tong

Max groeit tweetalig op.

Althans, is de bedoeling. Zijn eerste woord is al twee maanden ‘auto’. Daar kan hij niet zoveel verkeerd mee doen, immers betekent dat in beide talen hetzelfde. Integratie gelukt. Nou ja, voor even.

In het begin was het raar. Ik woon hier al 11 jaar, en spreek inmiddels 14 jaar Nederlands. Zonder accent, durf ik te beweren, al hoor ik er van menig collega nog wel eens een grapje over. Duits spreek ik alleen aan de telefoon of als ik op familiebezoek ben, dus eens in de twee maanden. En dan moet je dus ineens iedere dag, iedere minuut je moedertaal spreken, anders leert Max het niet.

Lees verder “Dubbele tong”

Wie-o-wie

Ik heb 2 stemmen, staat er op het briefje. Eentje voor de regionale verkiezingen, en eentje voor de landelijke. Al twee weken lang ligt de bruine envelop met inhoud op de kast te wachten tot ik mijn kruisjes zet.

Volgende week zondag zijn er verkiezingen in Duitsland. En aangezien ik mijn paspoort ondanks uitstekende inburgering in dit kikkerlandje nooit heb afgestaan, en dat ook niet van plan ben, hoor ik nog steeds bij de stemgerechtigde Duitse staatsburgers.

Lees verder “Wie-o-wie”